Dominee cliché en het onmogelijke ochtendritueel van succesvolle mensen

Uit het land van de televisiedominees komt ene Stephen Covey. Hij is een vader van negen kinderen, een mormoon uit Utah, die kerkgeschiedenis studeerde aan de Brigham Young University in Salt Lake City. Als een moderne Mozes brengt hij zijn geboden; de zeven gewoontes van succesvolle mensen. Hij mengt clichés en open deuren tot een onsmakelijke hap met een relisausje. Bah, wat heb ik een hekel aan Covey. Als niemand hem zou lezen, zou ik geen zin aan hem verspillen, maar hele volksstammen drinken zijn platitudes als godennectar. Hij wordt aanbeden als een wijsgeer, terwijl hij niet meer dan een praatzieke dominee is. Onvoorstelbaar dat het herhalen van een paar open deuren en gezegdes uit de oude doos een basis kunnen zijn voor een hele carrière. Ongelooflijk dat mensen bereid zijn daarvoor te betalen. Een korte samenvatting van Covey, in ‘Tiggelaarstyle’: Doe iets, doe iets met een doel, doe belangrijke dingen eerst, gun een ander iets, probeer een ander te begrijpen, doe het samen, leer. Dat waren ze alle zeven. Klinkt niet slecht. Klinkt erg wijs. Maar dit was het dan ook. Meer zit er niet in. De boeken van Covey kan je, als je ze nog niet gelezen hebt, nu in de kast laten staan. Ik raad Covey alleen aan als je houdt van moralistische woordenbrij. Of als je een vuistdikke handleiding nodig hebt om door een opengetrapte deur naar binnen te gaan. Het zijn instructies voor handelen in een versimpeld universum. Het is een ethiek op Sesamstraat niveau.
Covey is het niet voor mij, maar ik wil wel succesvol zijn! Dus lees ik op Flipboard artikelen over de ochtendrituelen van topmannen en –vrouwen. Het blijkt dat ze allemaal erg vroeg opstaan, om vier of vijf uur en eerst een uur sporten, dan met het hele gezin ontbijten, de mail wegwerken en een paar uur aan de meest belangrijke projecten werken om vervolgens alsnog als eerste op kantoor te zijn. Het zijn supermensen die niet alleen geen slaap nodig hebben, maar ook 240 minuten in twee uur weten te proppen.

Mij lukt dat niet. Ik krijg mijn puberzonen ook niet om zes uur aan de ontbijttafel. Net als ik zijn het avondmensen. Maar dezelfde artikelen beweren dat het verschil tussen ochtend- en avondmensen aangeleerd is. Iedereen kan een ochtendmens worden. Ik heb het geprobeerd. Echt waar. Om zes uur werkte ik me in het zweet op de roeimachine, om half zeven zat ik op een matje te mediteren en om zeven uur probeerde ik te werken. Helaas hou ik dat niet vol. Als een zombie verscheen ik op kantoor, om de hele dag in survivalmode te functioneren. Productief was ik zeker niet.
Een Fries gezegde luidt: ‘Net eamelje foar de kofje’. Geen gezeur voor de koffietijd. Aangezien van oudsher de koffietijd zo rond tien was, is dit gezegde me op het lijf geschreven. Voor tien uur ’s ochtends komt er niets zinnigs uit mijn handen. Stoor me niet voor tienen. Wil ik productief zijn, dan moet ik zo min mogelijk wakende uren verspillen voor die tijd. Mijn perfecte dag begint om een uur of negen. Dan lummel ik rond totdat ik bij het derde kopje koffie de mail wegwerk. Dat hele idee van prioriteiten eerst klopt ook al niet. Eerst moet de rommel opgeruimd. Ik hanteer het DADA principe: delete, archiveer, delegeer, actie. Als rond elf de laatste actiepuntjes zijn opgeruimd, is het tijd om te sporten. Om twaalf uur begint dan de dag, fris, ontspannen, met een lege mailbox. Dan pas pak ik het project van de dag op. De volgende zes of zeven uur kan non-stop, gefocussed gewerkt worden. Daarna is het tijd voor boodschappen, eten, ontspannen, een blokje om en een laatste blik op de mail, om te zien waar de rest van de wereld zich mee bezig gehouden heeft. Rond tien uur ’s avonds is het tijd voor de eindsprint. Dan is het tijd voor het creatieve werk: Een projectplannetje maken, of een presentatie, het volgen van een online opleiding of het schrijven van een hoofdstuk van de magistrale roman waar ik mee ga doorbreken.
Ik heb mijn slaap nodig, dus rond middernacht lig ik in bed. Met een boek natuurlijk. Als ik mazzel heb, val ik voor één in slaap.
Zo word ik natuurlijk nooit een topman. Alle artikelen zeggen dat het zo niet werkt.

Heel erg is dat niet. Want andere onderzoeken geven aan dat avondmensen intelligenter, creatiever en minder conformistisch zijn, meer seks hebben en gewoon veel leuker zijn dan ochtendmensen. Dat succes niet meteen leidt tot geluk en dat succesvolle mensen niet erg aangenaam zijn, dat wisten we al. En wees eens eerlijk, de mooiste momenten zijn de doelloze. Nescio schreef al: ‘God’s doel is de doelloosheid. Maar niemand is het gegeven dit bij voortduring te beseffen’. Nietsdoen en rondlummelen is goed voor je gezondheid en iets in je eentje doen is best lekker. Sterker nog, onderzoek wijst uit dat brainstormen niet werkt en dat mensen alleen tot meer creativiteit komen. Die hele Covey zit er meestentijds naast. Dus hou ik me liever aan de gewoonten van niet-succesvolle mensen.